Vanaf 01-01-2021 veranderen er net als ieder jaar weten, regels en belastingtarieven. Hieronder een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
Vermogensbelasting
Vermogens onder € 220.000, € 440.000 met fiscaal partner, gaan vanaf morgen minder belasting betalen. Grotere vermogens gaan juist meer betalen. Het heffingsvrij vermogen gaat omhoog naar € 50.000, € 100.000 voor fiscale partners. Het tarief van de belasting gaat wel iets omhoog van 30% naar 31%. Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-belasting betaalt daalt hierdoor met bijna 1 miljoen mensen.
Vennootschapsbelasting
Er verandert veel bij de vpb. Hier vind je een overzicht van de 6 belangrijkste wijzigingen:
1. Verlaging vpb-tarief
De verlaging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting gaat niet door, waardoor dit tarief in 2021 op 25% blijft. De verlaging van het lage Vpb-tarief van 16,5% naar 15% wordt wel doorgevoerd. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000.
2. Fiscale coronareserve
Bij het bepalen van de genoten winst in 2019 kan een fiscale coronareserve gevormd worden voor het gehele of gedeeltelijke ‘coronagerelateerde verlies’ dat zich naar verwachting in het jaar 2020 voordoet. De fiscale coronareserve mag niet groter zijn dan de winst van het jaar 2019 die zou zijn behaald zonder de vorming van een fiscale coronareserve. De fiscale coronareserve wordt in het jaar volgend op het jaar waarin deze reserve is gevormd, volledig in de winst opgenomen.
3. Innovatiebox
Als bedrijven winst maken met bepaalde vernieuwende activiteiten, dan hoeven zij over deze winst minder vennootschapsbelasting te betalen. Het tarief van deze innovatiebox is nu 7 procent. Vanaf 1 januari 2021 stijgt dit naar 9 procent.
4. Liquidatie & stakingsverliesrekening
Bedrijven kunnen verliezen lijden als een bedrijfsactiviteit in het buitenland of een dochteronderneming stopt. Ze mogen deze verliezen nu in veel gevallen aftrekken van de winst die zij in Nederland maken. Deze zogenoemde liquidatie- en stakingsverliesregeling wordt aangepast. De mogelijkheden voor bedrijven om deze verliezen af te trekken, worden beperkt
5. Renteaftrekbeperking
De specifieke renteaftrekbeperking, om binnen concernverband grondslaguitholling door renteaftrek tegen te gaan, wordt aangepast. Deze mag niet langer leiden tot een ongewenste vrijstelling van negatieve rente en valutawinsten op grondslageroderende schulden. Bij het bepalen van de winst wordt de rente op schulden aan een verbonden lichaam of verbonden natuurlijk persoon van aftrek uitgesloten. De voorgestelde wetswijziging zorgt ervoor dat per kwalificerende schuld de specifieke renteaftrekbeperking niet langer kan leiden tot een lagere winst. Per schuld moet bepaald worden of het bedrag aan negatieve rente of valutawinst het bedrag aan positieve rente, valutaverlies of kosten overschrijdt.
6. Verliesverrekening
Verliezen in de vennootschapsbelasting zijn op dit moment een jaar terug en zes jaar voorwaarts verrekenbaar. Er is geen beperking gesteld aan de omvang van het met de belastbare winst van een jaar te verrekenen verlies. Vermoedelijk gaan de regels per 1 januari 2022 veranderen. Het kabinet wil een ondergrens van verschuldigde vennootschapsbelasting inbouwen voor bedrijven met winstgevende activiteiten. Daarom komen verliezen boven 1 miljoen euro voortaan nog maar tot 50% van de belastbare winst voor verrekening in aanmerking, nadat die belastbare winst is verminderd met die 1 miljoen euro. Het resterende verlies blijft wel beschikbaar voor verrekening in een later jaar. De beperking geldt zowel voor voorwaarts als achterwaarts verrekenbare verliezen. Daar staat tegenover dat de beperking in de tijd voor wat betreft de voorwaartse verliesverrekening wordt losgelaten. De carry-backtermijn blijft een jaar.
Inkomen en kortingen
Vanaf 2021 gaat het tarief in de eerste schijf van box 1, het belastbaar inkomen uit werk en woning, omlaag. Over de eerste € 68.507 betaal je in 2021 37,10% belasting, vergeleken met 37,35% in 2020. Ook stijgt de arbeidskorting waardoor veel werkenden iets minder inkomstenbelasting zullen betalen. Als laatste gaat de algemene heffingskorting ook omhoog. Mensen met een inkomen onder € 68.507 gaan hierdoor minder belasting betalen, waarbij hoe lager het inkomen des te meer voordeel.
In 2021 gaat de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) met € 66 omlaag naar € 2.815. Door een uitspraak van de Hoge Raad krijgt een ruimere groep co-ouders recht op de IACK. Om de IACK betaalbaar te houden, verlaagt het kabinet daarom eenmalig deze korting in 2021.
Meldplicht belastingontwijking
Internationale belastingconstructies van een klant moeten vanaf 2021 voortaan door accountants en belastingadviseurs gemeld worden bij de belastingdienst. Gebeurt dit niet, dan loopt de adviseur of accountant risico op een boete of zelfs een strafrechtelijke vervolging.
Baangerelateerde Investeringskorting
Deze tijdelijke regeling dient om bedrijven te motiveren investeringen te doen. Investeringen die in 2021 of 2022 gedaan worden resulteren in een korting op de te-betalen loonbelasting.
Ouderenkorting
Ouderen krijgen in 2021 een speciale korting op de inkomstenbelasting. Ouderen die meer dan een AOW-uitkering verdienen, tot maximaal € 49.000, halen hier voordeel uit.
Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek gaat omlaag om het verschil tussen werknemer en zzp’er te verkleinen. Zzp’ers krijgen minder korting op hun inkomstenbelasting. Een daling met € 360 naar € 6670. De komende jaren gaat deze aftrek in stapjes omlaag naar € 3240 in 2036.
Overdrachtsbelasting
Het kabinet verbetert de toegang voor starters tot de woningmarkt. Vanaf 2021 betalen woningkopers jonger dan 35 jaar, die een huis kopen en daar zelf in gaan wonen, eenmalig geen overdrachtsbelasting. Dat scheelt hen 2% van de aankoopprijs. Vanaf 1 april 2021 geldt de aanvullende voorwaarde dat de woning niet duurder mag zijn dan € 400.000. Kopers van 35 jaar of ouder die in de woning gaan wonen betalen 2%. Andere kopers, zoals beleggers, gaan 8% betalen.
Hogere hypotheek tweeverdieners
Tweeverdieners kunnen vanaf 2021 een hogere hypotheek krijgen omdat het tweede inkomen mee zal tellen voor 90%. Nu is dat nog 80%. Ook zal een studieschuld minder zwaar meegenomen worden in een hypotheekaanvraag.
NHG
De Nationale Hypotheekgarantie wordt verruimd tot € 325.000 in plaats van € 310.000.
Onbelaste scholing
Werknemers die hun baan kwijt zijn kunnen voortaan onbelast scholing door hun (voormalige) werkgever laten betalen. Daar hoeft geen loonbelasting meer over te worden betaald.
Minimumloon
Het minimumloon zal vanaf 1 januari 2021 met € 4,80 stijgen tot € 1684,80 per maand
Vervuilen wordt duurder
Vervuilende zaken worden iets duurder in 2021. Vliegtickets gaan dankzij een nieuwe vliegbelasting met € 7,85 omhoog. Aardgas zal ook iets duurder worden met een stijging van 3 cent op de belasting. Voor een kuub gas betaalt een gebruiker dan 52,5 cent belasting. De vaste korting op energiebelasting wordt wel verhoogd tot 31 euro. Onder de streep zullen ‘normale’ gebruikers niet meer belasting betalen, maar grote verbruikers wel.
Voor de grootindustrie staat er ook een CO2-heffing op het menu. Deze nieuwe belasting zal betaald worden door bedrijven die meer CO2 uitstoten dan een maximum. Ook zullen nieuwe auto’s een hogere bpm krijgen. Hoe meer een auto uitstoot, hoe hoger de bpm. Elektrische auto’s zijn tot 2025 vrijgesteld van bpm.
Franchiseregels
Franchisenemers krijgen meer zeggenschap en ontvangen meer informatie van de franchisegever. Vanaf 2021 moet een meerderheid van franchisenemers instemmen met bijvoorbeeld aanpassingen aan de formule.
Bron: NOS